Aanslagen bespreken met kinderen

We worden overspoeld door berichten in de media over ellende en aanslagen. Kinderen worden geconfronteerd met angstaanjagende beelden. Het laat niemand koud. Kinderen horen volwassenen praten over hun zorgen, maar vergeet niet te praten met je kinderen. Ze krijgen soms meer mee dan je denkt en dat kan een eigen leven gaan leiden in het kinderhoofd.

Hoe kun je een gesprek met jouw kind aanpakken over de aanslagen in Utrecht?

1.  Belangrijk is dat je zelf ontspannen spreekt met het kind. Wees je bewust van je eigen emoties. Richt desnoods je aandacht op je adem, zodat je zelf wat minder gespannen bent. Want als jouw kind angst en spanning bij je ziet, zal het zich sneller zorgen gaan maken.

2.  Laat bij gesprekken gerust stilte vallen. Zo kunnen jullie even nadenken over wat er net is gezegd. Denk er aan dat je niet altijd meteen een antwoord klaar hoeft te hebben. Je kunt aangeven dat je gaat nadenken over een vraag die jouw kind stelt en dat je er later op terug komt. Soms weet je het gewoonweg niet, het niet weten is wat mij betreft wijsheid.

3.  Houd rekening met de leeftijd van het kind. Jonge kinderen geloven nog in een magische wereld en daar kun je gebruik van maken. Met oudere kinderen (vanaf 9 jaar) kun je vaak wat beter spreken over de gebeurtenis. Deze kinderen kunnen zich vaak goed inleven in de gebeurtenis en nadenken over gevolgen. Met deze kinderen kun je niet aankomen met een magische wereld, waarbij bloemen ons zullen beschermen.

4.  Maak het gesprek niet te zwaar. Laat een kind vertellen over wat het weet, wat het er bij voelt en welke vragen deze gebeurtenis oproept. Verzand niet in details, een kind hoeft echt niet alles te weten. Deel niet te veel je eigen zorgen, het kan een kind de bevestiging geven dat hij zich heel veel zorgen moet maken.

5.  Als kinderen niet praten over de gebeurtenis, wil het niet zeggen dat het hen niet bezighoudt. Observeer desnoods het spelgedrag van het kind. Kinderen laten vaak in de manier van spelen zien waar ze zich mee bezig houden.

6.  Bescherm kinderen. We kunnen de hele dag Radio 1 luisteren of op de tv het laatste nieuws zien, misschien staat de tv op de achtergrond aan. Kinderen krijgen vaak meer mee dan je denkt. Stel een limiet aan de hoeveelheid media dat het tot zich neemt. Ben je zelf gevoelig, bescherm dan ook jezelf. Laat je niet overspoelen door alle beelden en al het (slechte) nieuws.

7. Wanneer je kijkt naar het nieuws of andere programma’s over aanslagen, ga dan ook op zoek naar het positieve in het negatieve. Alles heeft meerdere kanten. Een aanslag is verschrikkelijk, maar er staan ook veel helpers op. Er zijn mooie verhalen van mensen die onbekende mensen helpen. Vertel wat de mensen en de regering doet om onze veiligheid te vergroten en spreek je vertrouwen uit over die maatregelen. Vertel de kinderen dat er meer goede mensen dan slechte mensen zijn.

Lees gerust dit gedicht voor:
Goede Mensen

Er zijn meer goede mensen dan slechte.
Het goede is geboren;
het slechte is slechts aangepraat.
Door een Heilig Boek, een moeilijk jeugd 
of gewoon mensen
op straat.
Maar het goede heeft zijn plaats al gevonden;
het is er altijd al geweest.
Door de mensen die het willen zien
en die zijn altijd al in de meerderheid geweest.
Want je moet het zien
voelen
horen
en uitdragen 
met een onverschrokken wil!
Er zijn meer goede mensen dan slechte
Ook al is de wereld soms even stil.

14 november 2015
©Niels Terhalle

8. Doe samen leuke dingen, breng tijd met elkaar door. Vind manieren om te ontspannen.  

9.  Geef het goede voorbeeld en wees een beetje extra lief voor elkaar, Vooral op de mensen op straat. Zeg de ander gedag en glimlach.

En vergeet nooit:
Terroristen willen gevoelens van angst, verdeeldheid, haat en wraak losmaken. Ze kunnen niets met eenheid, samenwerking, vertrouwen en liefde. Laten we daar aan vast houden. Laten we dat laten zien aan onze kinderen!